Mobiliteitsmanagement; Goedopweg zoekt de grenzen op in regio Utrecht

Publicatie
21 januari 2022
Laatst geupdate
18 januari 2024

In het kader van het 10-jarig jubileum van &Morgen scheren Annemieke Stoppelenburg en Esther de Lange, programmamanager van Goedopweg, met een helikopterblik over het in tien jaar rigoureus veranderde mobiliteitslandschap. Esther werkte al met de hinderaanpak bij Rijkswaterstaat, was als programmamanager medeverantwoordelijk voor Beter Benutten I in de regio, en richtte met een paar mensen Goedopweg op voor de uitvoering van Beter Benutten Vervolg. ‘Durf over de grenzen van je eigen werkgebied heen te kijken. En laten we ook grenzen aan de groei durven stellen.’

‘Terugblikken en vooruitkijken op tien jaar mobiliteitsmanagement in deze regio? Dan kun je niet om Esther heen,’ zegt &Morgen’s Annemieke Stoppelenburg. Toch kom je Esther zelden tegen in de publiciteit. ‘Ik ben meer van het “niet lullen maar poetsen” en heb een hekel aan dikdoenerij. Ik klim alleen op die zeepkist als het echt een functie heeft.’ Gelukkig maakt ze voor &Morgen graag een uitzondering. ‘We trekken al zo lang samen op. Met Annemieke reflecteren op de veranderingen in ons vakgebied en filosoferen over de toekomst is voor mij ook een cadeau.’

Beter Benutten: stem, structuur en sturen op effectiviteit

Daarvoor gaan we eerst terug naar het begin: Beter Benutten. ‘We hadden al veel geleerd van de Minder Hinder-werkwijze van Rijkswaterstaat. Mobiliteitsmanagement werd ontwikkeld om de tijdelijke verkeershinder die ontstaat door wegwerkzaamheden te verminderen. We leerden: hoe zet je spitsmijdenprojecten op, hoe gebruik je verkeersinformatiediensten en vooral: hoe bereik je de automobilist?’ Toenmalig minister Schultz van IenM besluit, mede op basis van ervaringen met de hinderaanpak, om het anders aan te pakken. Zij zet het programma Beter Benutten op met daarin veel meer nadruk op mobiliteitsmanagement en daarmee op gedrag. Ook krijgt elke regio een eigen stuurgroep waarin naast de landelijke en regionale overheid voor het eerst ook het bedrijfsleven vertegenwoordigd is. Esther: ‘een aantal overheidsmensen had hun bedenkingen hierover, maar ik vond het een gouden greep om werkgevers medeverantwoordelijkheid te geven.’ Ook nieuw is dat Beter Benutten mobiliteitsmanagement inzet om structurele problemen op te lossen in plaats van alleen incidentele piekbelasting bij wegafsluitingen. ‘Daarnaast keken we voor het eerst kritisch naar de kosteneffectiviteit van investeringen in infrastructuur. Niet alleen vooraf om investeringsbesluiten te onderbouwen, maar ook achteraf in beeld brengen wat maatregelen opleveren. Bij ‘normale’ infrastructurele investeringen in wegen en spoor doen we dat niet.’

Goedopweg: samenwerken is slimmer

Het Beter Benutten I programma boekt vanaf 2013 resultaten op het gebied van spitsmijden en minder CO2-uitstoot. Esther en andere regionale sleutelfiguren willen echter met Beter Benutten Vervolg niet klakkeloos doorgaan op de ingeslagen weg. Esther: ‘We zeiden tegen elkaar: ”Wat als we met gedragsbeïnvloeding en slimme mobiliteit nou eens écht gaan samenwerken in de regio Utrecht? Als we samen projecten ontwikkelen in plaats van ieder voor zich, en daar een eigen organisatie voor opzetten? Zo kunnen we nog veel meer impact hebben.” Het ging niet zonder slag of stoot maar het is ons met Goedopweg1 wél gelukt. Daar ben ik heel trots op. Samenwerken alleen om het samenwerken is natuurlijk flauwekul. Maar ik geloof echt dat je onderwerpen als MaaS en gedragsbeïnvloeding veel slimmer samen kunt oppakken. Door mensen en middelen te combineren, bouwen we expertise op in deze relatief nieuwe vakgebieden en kan iedereen die vervolgens gebruiken. Durf over de grenzen van je eigen werkgebied heen te kijken, reisgedrag stopt niet bij een wegbeheerdersgrens.’

Helikopterblik vooruit: de toekomst is aan integraal werken

Laten we de helikopterblik van deze twee mobiliteitsmanagementexperts inderdaad eens richten op de toekomst. Wat zien zij als belangrijkste ontwikkelingen, welke toekomstdromen hebben zij over slimmer reizen? Esther: "In het verleden dachten we vaak relatief makkelijk over uitbreiding van (snel)wegen, maar er zit ergens een grens aan die groei vanwege ruimtegebrek, leefbaarheid en klimaatakkoord. Daarom verwacht ik dat we zeker in stedelijke omgevingen steeds meer het accent gaan leggen op niet reizen, gespreid reizen en anders reizen zoals lopen, fietsen en OV. Dat zie je nu al in bijvoorbeeld Utrecht en Amsterdam."

'Daarnaast is investeren in duurzame manieren van reizen veel goedkoper dan de aanleg of verbreding van wegen. Wat we nog onvoldoende doen in Nederland is aan de voorkant échte integrale afwegingen en keuzes maken met betrekking tot alle mogelijke mobiliteitsnetwerken en -oplossingen. Vaak denken we primair vanuit het wegennetwerk of het OV-netwerk, terwijl er echt veel meer knoppen zijn om aan te draaien om spitsproblematiek op te lossen. Daarnaast zien we dat opgewaardeerde wegen méér verkeer aanzuigen waarmee we jaren van investeringen in gedragsverandering tenietdoen. Dan wordt het dweilen met de kraan open en hebben we beleid dat elkaar tegenwerkt. Dit effect bespreken we tot nu toe nauwelijks maar zien verkeerskundigen natuurlijk al langer. Die integrale blik ontbreekt, dat kunnen we als BV Nederland nog niet. We hebben er nog niet voldoende methodieken, wetgeving en opleidingen voor. Maar we hebben die integrale blik wél nodig want we moeten alle zeilen bijzetten om genoemde uitdagingen aan te kunnen.’

Contact

Man die op zijn laptop aan het werk is in de trein
nieuwsbrief

Altijd op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen?

  • Maandelijkse nieuwsbrief
  • Ontvang kennis, inzicht en inspiratie